woensdag 6 mei 2009

INTERVIEW: Adam Duritz kent geen angst meer

Counting Crows-voorman Adam Duritz heeft zijn ergste depressies onder controle en ziet de toekomst een stuk zonniger in. Zijn band staat vanavond in Ahoy en heeft grote plannen voor een multimediaal platform voor onafhankelijke muziek.

Het gaat al een tijdje beter met Adam Duritz, frontman van de melancholische rockband Counting Crows. De zanger lijdt aan een chronische dissociatieve stoornis en kampte daardoor in het verleden met overgewicht en depressie. Bij het telefonische interview blijkt hij echter een opgetogen spraakwaterval, die de geplande twintig minuten tot bijna een uur laat uitlopen. Ondanks wanhopig aandringen van de vrouw van de platenmaatschappij om nu toch écht de laatste vraag te stellen.

„De ziekte die ik heb zal nooit overgaan, maar ik ga er nu heel anders mee om”, vertelt Duritz. „Ik ben bijvoorbeeld bijna dertig kilo afgevallen. Het kwam deels door de medicijnen dat ik zo opgeblazen was, deels omdat ik alleen maar lusteloos op bed lag, losgekoppeld van de wereld. Je moet je voorstellen dat je je hele leven als in een lsd-flashback beleeft, heel angstaanjagend. Maar ik ben er niet bang meer voor, ik heb ermee leren leven. Alleen touren blijft raar. Het beste voor mij is om in een vertrouwde omgeving te blijven, in een vaste routine. Dat heb je onderweg niet, en als je weer thuiskomt is je vertrouwde omgeving vreemd geworden. Daar komt bij dat ik erg op mijn stem moet passen en dus nooit mee ga stappen met de rest van de band. Elke avond in je eentje in een hotel zitten, dat werkt nogal isolerend.”

Niettemin is Counting Crows eindelijk weer eens op tournee, nadat de band na een lange pauze vorig voorjaar het vijfde album Saturday Nights and Sunday Mornings uitbracht. Ze hebben net een paar shows in Australië achter de rug en staan vanavond in de Rotterdamse Ahoy. De isolatie ten spijt geniet Duritz intens van de dagelijkse paar uur muziek maken. „Niet eens zozeer vanwege het publiek, maar dat gevoel van met zijn zessen elke dag op het podium staan en elke keer weer iets anders te maken, dat is een ervaring die niet veel mensen kennen. Ik heb de jongens bij deze tour wat meer uitgedaagd, we hebben lang geoefend om ook allerlei oude liedjes weer live te kunnen spelen. Elke avond is de setlist anders. Niet dat de hits ons vervelen, Mr. Jones is na al die jaren niet ineens een slecht nummer geworden. Maar we zijn geen singles-band, onze albums staan vol met minder bekende nummers die live toch tot publieksfavorieten uitgroeien.”

De vrouw van de platenmaatschappij doet een eerste poging het gesprek te beëindigen, maar Duritz is nog niet klaar. De toekomst van Counting Crows is immers nog niet aan bod geweest en er staat nogal wat te gebeuren. De band liet onlangs op de eigen website weten te breken met platenmaatschappij Geffen, en wil zijn muziek voortaan zelf via internet gaan promoten. Duritz, fanatiek internetgebruiker van het eerste uur, ziet het helemaal voor zich. „Onze site moet een platform worden voor alles waar we mee bezig zijn; de band, mijn platenlabeltje, films die ik produceer, onbekende bandjes, een magazine, goede doelen. We nemen Geffen niks kwalijk, maar platenlabels worden tegenwoordig niet meer bestuurd door muziekliefhebbers. De man aan de top is nu vooral degene die de hand op de knip moet houden. Ze zien niet in dat internet het beste gratis reclamebord is dat je kunt hebben. Dan moet je alleen wel dingen durven weggeven en daar willen ze niet aan. Wij hebben zelf moeten dreigen Saturday Nights and Sunday Morning niet uit de brengen, omdat we geen toestemming kregen om een paar liedjes online beschikbaar te stellen.”

Een nieuw verzoek om nu toch echt af te ronden, wordt opnieuw door Duritz in de wind geslagen. Hij wil met het oog op de show in Rotterdam namelijk nog even benadrukken hoe belangrijk Nederland is geweest voor Counting Crows. „Vanaf het begin heeft dat land ons omarmd en we hebben er nog altijd onze grootste fanbase in Europa. Ik weet niet waarom, misschien omdat we zelf altijd veel naar Nederlandse bands hebben geluisterd; Bettie Serveert, Daryl-Ann, Johan. Er zit een heel obscuur platenzaakje in Londen waar ik soms urenlang zit te luisteren en dan met dozen vol cd’s naar buiten kom, daar heb ik veel Nederlandse muziek vandaan. Zulke onafhankelijke platenwinkels hebben echt de kleine bandjes hoog gehouden, en juist zij gaan kapot doordat al het nieuwe talent tegenwoordig via internet ontdekt wordt. Ook door plannen als die van ons, ja.. Dat is dan wel weer ironisch.”

Gepubliceerd in Spits op 4 mei 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten